We beginnen met de eend, want die duurt het langst. Ik heb in dit geval gekozen voor tamme eend, simpelweg omdat het juli is en er geen wilde eend te krijgen is.
Kerf met een scherp mes ruitjes in het vet van ongeveer een halve centimeter diep. Kruid beide kanten met peper en zout en bak ze op hun vetrandje in een loeihete pan. Je hoeft geen vet toe te voegen omdat het vet van de eend vanzelf smelt.
Draai het vuur laag wanneer het vet mooi krokant is geworden. Draai de eendenborst vervolgens om en schroei hem helemaal dicht. Gaar de eend nog even door. De eend was in mijn geval exact mooi rosé binnen de totale tijd van 12-13 minuten. Gebruik eventueel een kernthermometer om de kerntemperatuur te meten. Tussen de 50-55 graden is de eendenborst mooi rosé. Ikzelf mik altijd op de 53 graden. Haal de eendenborst uit de pan en laat hem nog even rusten.
In de tussentijd bereiden we de rest. Zet een klein steelpannetje op het vuur met een klein klontje boter erin. Voeg hier de 20 gram amandelschaafsel aan toe en bak de amandelen lichtbruin. Let goed op, dit kan heel snel gaan. Haal ze uit de pan (anders garen ze door en worden ze zacht) en zet ze even apart.
Maak de rode ui schoon en snipper deze.
Maak nu de dressing in een kom door de rode ui, 50 gram cranberries, 10 gram sesamzaad, 2 eetlepels olijfolie, ½ theelepel paprikapoeder, 1 eetlepel appelazijn en 1 theelepel agavesiroop te mengen. Breng op smaak met een beetje zout.
Zet een grote wok op gemiddeld vuur en doe hier de 400 gram spinazie en de dressing in. Wok het geheel totdat de spinazie gaat slinken. Zet het vuur dan laag, of zelfs uit. Blijf omscheppen totdat de spinazie mooi geslonken is, maar nog wel enigszins knapperig is.
Verdeel de spinazie over de borden. Snijd de eendenborst in dunne plakken en verdeel deze over de borden. Garneer het geheel met de geschaafde amandelen. Eet smakelijk!