Zet een pan met een laag water op het vuur voor de aardappelen.
Schil de zoete aardappelen en snijd ze in stukjes/plakjes van maximaal 2 bij 2 cm. Wacht totdat het water kookt en kook de 400 gram aardappelen dan ongeveer 7 minuten.
Schil de wortelen en pastinaak met een dunschiller.
Pak je mandoline (zie het artikel “Snijden met een mandoline“). Snijd de wortelen en pastinaak in dunne plakjes.
Snijd de tomaten in smalle partjes.
Schil het uitje en hak het fijn en doe dit ook met de knoflook. Nu heb je nagenoeg de gehele ‘mise en place’ klaar. Houd je niet van haasten, maak dan je mise en place geheel klaar voordat je begint. Dan duurt het alleen ietsjes langer voordat je klaar bent.
Zet een grote wok op het vuur. Doe hier wat olijfolie in samen met het ui en de knoflook.
Terwijl dit warm wordt, rasp er de 1,5 cm gember bij in. Doe er ook gelijk het kleine plukje saffraan bij en wat zeezout.
Snijd een citroen door midden en pers de helft uit. Blus de ui en knoflook met het citroensap. Zet het vuur eventjes laag.
Giet de aardappelen af en doe die in de wok, samen met de rest. De olijven, de wortel, pastinaak, de tomaten, de 1/2 theelepel komijn en de theelepel paprikapoeder. Zet het vuur weer hoog.
Roerbak het geheel goed. De wortel en pastinaak hoeven niet helemaal doorgekookt te worden. Die mogen juist knapperig blijven. Beiden kun je namelijk ook gewoon rauw eten.
Strooi vlak voor het opdienen de koriander blaadjes er doorheen en hussel het geheel nog even goed door elkaar.