Is dit (on)gezond?
Spread the love!

Ongezonde informatie

“Ik las laast het volgende:

Soja is ongezond, kankerverwekkend en hormoonverstorend…
Suiker is puur vergif…
De wetenschap zat ernaast, verzadigd vet is wel gezond…
Reguliere groenten zit vol met gif…
Aspartaam tast het zenuwstelsel aan en veroorzaakt kanker…
Enzovoort.

Klopt dat?”

Voedingsdeskundige zijn is superleuk. Het is een vakgebied dat iedereen raakt. Maar er bestaat heel veel verwarring rondom wat nu gezond of ongezond is. Dat is minder leuk. Online kom ik ook met regelmaat de meest gekke dingen tegen 🙄 . Ik krijg dan vervolgens weer keer op keer de vraag: “Is ….. (on)gezond?” Het juist antwoord is: “Dat hangt er vanaf…” 😊 . Ik leg je graag uit waarom.

Wat vraagt iemand eigenlijk?

Wat vraagt iemand eigenlijk die de vraag “Is ….. (on)gezond?” stelt? Iemand wil blijkbaar weten of hetgeen niet schadelijk of juist goed is voor hem of haar. Dan wel op de korte of lange termijn. Ofwel, helpt het een (chronische) ziekte voorkomen of draagt het bij aan een goede gezondheid, toch?

Veel verwarring

Berichten in de media kun je eigenlijk maar beter gelijk negeren. Die kopteksten en de artikelen worden geschreven om aandacht te genereren en zijn in de regel erg ongenuanceerd. Zo’n 150 nieuwsfeiten en media-uitspraken liep de Volkskrant na in 2016 in hun halfwekelijkse rubriek “Klopt Dit Wel”. Uiteindelijk bleken maar 13 berichten te kloppen. Oeps! 🙂  Om nog maar niet te spreken over sommige websites die er helemaal een potje van maken.

Dit is echter wel een groot probleem. Het leidt vaak tot flinke onzekerheid en bezorgdheid. Ook wel begrijpelijk, niet iedereen is bekend met de principes van risicobeoordeling. Hierdoor worden sommige mensen bang voor alles wat “chemisch klinkt”, terwijl anderen beslissen zich nergens meer wat van aan te trekken, want “het is toch allemaal ongezond”.

Beide reacties zijn uitersten en veroorzaken juist eerder ongezonde dan gezonde keuzes.  Het is beter om een rationele risicoschatting te maken, maar hoe doe je dat?

De hoeveelheid bepaalt

Paracelsus vermeldde al in de 16de eeuw dat “de dosis het vergif maakt”, met andere woorden dat alles uiteindelijk giftig is, als de hoeveelheid maar groot genoeg is. Paracelsus wordt wel de grondlegger van de toxicologie (wetenschap die zich bezighoudt met de werking van giftige stoffen) genoemd.

Alles is dus giftig in een hoge dosis. Water is gezond. Drink je echter in één uur tijd vijf liter water, dan zul je zeer waarschijnlijk overlijden aan de gevolgen van watervergiftiging.

Aan de andere kant is er voor iedere giftige stof ook een drempelwaarde te vinden waarbij nog geen enkel nadelig effect aantoonbaar is.

Hoe schat je het risico dan goed in?

Risicoschatting is gebaseerd op twee onderdelen. Wat is de mate van blootstelling en wat is de grens waarboven bepaalde effecten kunnen optreden. Stoffen die in principe heel schadelijk kunnen zijn, vormen namelijk geen risico als de blootstelling te gering is voor het veroorzaken van deze effecten.

Potentieel risico vs. werkelijk risico

Er is dus ook nog een verschil tussen het potentiële risico en het werkelijke risico. Laat ik water weer even als voorbeeld pakken. Drink je in één uur tijd vijf liter water, dan zul je zeer waarschijnlijk overlijden aan de gevolgen van watervergiftiging. Water is dus potentieel dodelijk. Af en toe overlijdt er ook iemand aan de gevolgen van watervergiftiging. De kans bestaat dus, maar het werkelijke risico is enorm klein.

Hier gaat het vaak mis. Al die spookverhalen zijn in de regel gebaseerd op het potentieel risico. Nu snap je dus ook dat dit pure bangmakerij is en niets zegt over het werkelijke risico.

Tot wanneer is iets veilig?

Het bepalen van een veilige grenswaarde van bepaalde stoffen gebeurt op basis van proefdieronderzoek. Om op basis van een proefdieronderzoek te kunnen bepalen wat de veilige grenswaarde voor de mens kan zijn, moet er rekening worden gehouden met de verschillen in gevoeligheid tussen de proefdieren en de mens.

Het verschil tussen knaagdiersoorten en de mens wordt geschat op een factor 10 verschil. Daarnaast verschillen individuele mensen ook sterk in gevoeligheid. Er zijn oude mensen, jonge mensen, zieke mensen, mensen met bepaalde levensstijlen die ze meer gevoelig maken, enzovoort. Ook dit verschil wordt geschat op een factor 10.

Om 0,5 - 1 kg per week af te vallen, hoef je echt niet op een dieet van worteltjes en water. Kleine gerichte en onderbouwde aanpassingen zorgen al voor maximaal resultaat. Ontdek welke specifieke aanpassingen dat zijn in jouw eigen eetpatroon. Lees meer....

Stel dat een veilige waarde van een bepaalde stof voor proefdieren op 500 mg/kg lichaamsgewicht per dag zou uitkomen, dan wordt de veilige waarde voor de mens 100 keer lager, namelijk 5 mg/kg lichaamsgewicht per dag.

Het afleiden van de veilige waarde voor de mens volgens deze methode wordt een extrapolatiemethode genoemd. Aan dit model is veel onderzoek vooraf gegaan en wordt, samen met andere varianten hierop, over de hele wereld toegepast.

Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI)

Zo hebben stoffen die niet van nature in voeding voorkomen, maar daar bewust aan worden toegevoegd, een aanvaardbare dagelijkse inname (ADI). Het gaat bijvoorbeeld om E-nummers, diergeneesmiddelen en bestrijdingsmiddelen. De ADI is de hoeveelheid van een stof die je levenslang elke dag binnen mag krijgen zonder dat dit slecht is voor je gezondheid.

Hoe zit het dan met voedingsmiddelen?

De ADI gaat over stofjes, maar hoe zit het dan met voedingsmiddelen? Met voedingsmiddelen wordt het ineens een stuk complexer. Een voedingsmiddel bestaat uit heel veel verschillende stoffen en de ene stof kan het effect van een andere stof beïnvloeden.

Een heel simpel voorbeeld is suiker. Suikers heb je ook nodig. Er zit suiker in een banaan. Eet je een banaan, dan heeft dat een effect op je bloedsuikerspiegel. Dat effect is echter minder groot vergeleken bij eenzelfde hoeveelheid suiker die je “los” zou nuttigen. Dat komt omdat de overige stoffen in de banaan, zoals eiwitten en vezels, de suikeropname iets afremmen.

Richtlijnen goede voeding 2015

Het is dus supercomplex. Gelukkig zijn er wel richtlijnen, zoals de Richtlijnen goede voeding 2015 van de Gezondheidsraad. In dit advies zet de Gezondheidsraad op een rij welke voedingsmiddelen en -patronen leiden tot gezondheidswinst. Die richtlijnen gelden voor de algemene bevolking.

De Gezondheidsraad heeft deze richtlijnen samengesteld op basis van de wetenschappelijke kennis over de relatie tussen voeding en chronische ziekten. Deze informatie geeft een goed beeld van dat wat gezond of ongezond is op lange termijn in een bepaalde mate.

Een uitzondering is niet het probleem

Heb jij een gezond eetpatroon? Dan gaat een keer een gebakje met een glas cola je niet de kop kosten. Eet jij elke dag een gebakje en drink je elke dag een blikje cola, dan krijg je teveel vrije suikers binnen per dag en dat is dan wel weer ongezond. Een uitzondering is dus niet het probleem, een ongezond eetpatroon wel.

Uitzondering op de regel is wel een probleem

Dan heb je nog de uitzonderingen op de regel. Er zijn mensen die kunnen bijvoorbeeld in een anafylactische shock raken door het eten van een pinda. Dat betekent niet dat een pinda ongezond is, die persoon is simpelweg allergisch voor pinda’s.

Als iemand aangeeft huidklachten te krijgen door het drinken van koemelk, dan betekent dat niet dat koelmelk ongezond is. Dat betekent simpelweg dat die persoon blijkbaar niet goed tegen koemelk kan. Of er is sprake van een nocebo-effect (negatief verwachtingseffect, de tegenhanger van het placebo-effect). Dat betekent natuurlijk niet dat de huidklachten nep zijn, ze worden alleen niet door de koemelk veroorzaakt, maar door het idee dat koemelk slecht is.

Conclusie

Het stikt van de spookverhalen en ik hoop dat dit artikel je helpt om door de bomen het bos te zien. Onthoud vooral dat de dosis bepalend is. Alles is schadelijk in een bepaalde hoeveelheid. Het is supercomplex, maar gelukkig zijn er goede wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen. Soms kan iemand klachten krijgen door het eten of drinken van een bepaald voedingsmiddel. Dat betekent echter niet dat het ongezond is voor iedereen.

Help mee!

Pasfoto Carlo Kool

Welk eetpatroon en leefstijl je kiest is jouw beslissing. Ik verstrek alleen betrouwbare, praktische en motiverende informatie, gebaseerd op wetenschappelijk bewijs dat je kunt gebruiken bij het maken van jouw keuzes. Ik vermijd graag het geneuzel in de marge en focus op hetgeen waar de grootste winst te behalen is.

Deel het artikel gerust op social media en/of laat me weten wat je ervan vindt. Dankjewel, Carlo Kool.

Carlo Kool (1975) is voedingsdeskundige. Hij volgde onder andere de opleiding Gewichtsconsulent en diverse cursussen op het gebied van voeding en gezondheid van Wageningen University & Research.

Soortgelijke Berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *